In 1898 startte de levensverzekeringmaatschappij De Utrecht aan de grens met België, tussen de plaatsen Hilvarenbeek, Hooge Mierde en Lage Mierde, als belegging een ontginningsproject. Er werd een productiebos geplant voor de mijnbouwindustrie en de betere grond werd verpacht als landbouwgrond. Het landgoed wordt gekenmerkt door de historisch-ruimtelijke structuur van wegen, bospercelen, akkerbouwgronden en weilanden, door een parklandschap én door onontgonnen natuurlandschap. Bijna driekwart van landgoed De Utrecht bestaat uit bossen, heide en vennen. Het landgoed wordt duurzaam ontwikkeld en beheerd.
Deze pagina is te lezen in 4 andere talen.